In gesprek met Edwin Pauptit
Niets lekkerder dan een rollende lach
(verspreiden na afspraken volle bak)
Edwin Pauptit bracht zijn jeugd door op Texel, in een gezin waarin klassieke muziek op de voorgrond stond. Hij kreeg blokfluit- en daarna dwarsfluitles.
“Het was de tijd van Doe Maar,” vertelt Edwin. “En ik wilde in een band spelen. Met een drummer, twee gitaristen, een bassist en een zangeres vormden we ‘Ongehoord’. We speelden niet zo goed. Daarom bouwden we er een act omheen, om ons te onderscheiden van andere bands. Dan kwam ik bijvoorbeeld op met een enorme koffer en daar zat dan mijn dwarsfluit in. We speelden zelfs op Texelpop.”
Gaandeweg viel de band een beetje uit elkaar, doordat een paar leden gingen studeren ‘aan de overkant’, zoals dat op Texel genoemd wordt. Edwin kwam in Zwolle terecht, waar hij betrokken raakte bij kindertoneel. Uiteindelijk verhuisde hij vanwege zijn werk naar Delft.
“Sinds 27 jaar ben ik een Delftenaar,” zegt hij. “Ik vind het een leuke stad. Het heeft de kneuterigheid van een dorp. Daar houd ik van. En er is veel te beleven op cultureel gebied, bijvoorbeeld het Fringe Festival of de Mooi Weer Spelen.”

Edwin bleef geïnteresseerd in theater. Daaruit ontstond de improvisatiegroep Withlof. Withlof (vrij vertaald als: ‘met liefde’) bestaat meer dan 15 jaar. “Misschien zelfs al twintig jaar,” gokt Edwin. Ooit begonnen in buurtcentrum Olof, met dimmers van de Gamma en publiek dat op yogamatjes zat, heeft Withlof sinds 2013 onderdak gekregen in het Rietveld Theater.
“Het buurtcentrum werd opgedoekt. Toen hoorde ik via Theater Netwerk Delft dat er een nieuw theater werd opgestart in het vroegere gebouw van Max. We zijn hier sinds het prille begin. Ik heb geholpen bij het klussen en ben door Steven de Laet opgeleid tot lichttechnicus.
Withlof bestaat uit vijftien mensen. Elke donderdagavond oefenen we. Omdat we zonder script werken is het geen repetitie, maar een training om elkaars kwaliteiten naar boven te halen. Sinds kort hebben we twee nieuwelingen, maar we kunnen altijd vrouwelijke spelers gebruiken. We hebben namelijk een overschot aan mannen.” Dat is bijzonder, want de meeste theatergroepen komen juist mannen tekort. Edwin heeft er geen verklaring voor. Behalve misschien dat Delft een technische stad is, waar sowieso veel mannen wonen.
“De meeste mannen die we in de groep hebben, zaten ooit in het publiek. Het improviseren sprak ze aan, omdat ze geen tekst uit hun hoofd hoefden te leren,” zegt hij. Hoe de voorstelling gaat verlopen, is altijd een verrassing.
“Het publiek is de baas. Zij dragen de onderwerpen aan. Soms merken we aan het publiek dat ze voor de lach gaan. Dan passen wij de scènes daarop aan. We spelen per toerbeurt. Gewoonlijk staan we met zes mensen op het toneel. Een keer per jaar nemen we deel aan een Theatersportweekend. Dan huren we een jeugdherberg af met zo’n 200 expressieve types bij elkaar. Je ontmoet veel leuke mensen. Er worden workshops gegeven. Het heet Theatersport en is soms weliswaar een wedstrijd, bijvoorbeeld ‘wie speelt de meest romantische scène’, maar we zijn niet echt competitief. Het gaat erom om het publiek een fijne avond te geven. Dat is onze beloning.”
De mooiste scène die Edwin ooit speelde, was een scène met een vrouwelijke tegenspeler. “Het was een scène waarin alles klopte,” vertelt hij. “Het ging over een ouder stel dat al lang bij elkaar was. Op het toneel stond een tafeltje met twee glazen. Ik schonk witte wijn in en de reflectie van het licht op de wijn maakte vlekken op haar handen. Daarmee werd ze oud en zaten we meteen in ons patroon. De zaal verstilde.”
Het lijkt Edwin leuk om een keer een hele fysieke scène te spelen, waarbij hij dwars door het publiek rent. “Of in de gordijnen gaat hangen,” grapt hij. Dat laatste toch maar niet, want de gordijnen zijn gloednieuw.
Edwin heeft het de afgelopen tijd “hard gemist” om voor publiek te spelen. “Er is niets lekkerder dan een rollende lach en een publiek voelen dampen,” zoals hij zegt. “Soms is de zaal wat rustiger, maar dan gaan wij extra energiek spelen. Dan komt de zaal op gang. Je vóelt ze ontdooien.”
Op 9 oktober gaat Withlof na lange tijd weer het podium op met de geïmproviseerde voorstelling ‘Withlof breekt uit’. “Komt allen en laat je verrassen,” geeft Edwin als aanbeveling.
Heb je een idee voor een scène? Roept u maar! “We hebben respect voor het publiek en zetten niemand voor gek,” stelt Edwin gerust.
